De of het vrijspraak? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord vrijspraak? Is het de vrijspraak of het vrijspraak? Het juiste lidwoord dat je voor het woord vrijspraak moet gebruiken is:
De vrijspraak
Aanwijzend voornaamwoord vrijspraak
Dit of deze vrijspraak: deze vrijspraak
Dat of die vrijspraak: die vrijspraak

Bezittelijk voornaamwoord vrijspraak
Onze of ons vrijspraak: onze vrijspraak
Jouw of jou: jouw vrijspraak

Elke of elk vrijspraak?
Elke vrijspraak
Gerelateerd aan vrijspraak