De of het vrijgeest? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord vrijgeest? Is het de vrijgeest of het vrijgeest? Het juiste lidwoord dat je voor het woord vrijgeest moet gebruiken is:
De vrijgeest
Aanwijzend voornaamwoord vrijgeest
Dit of deze vrijgeest: deze vrijgeest
Dat of die vrijgeest: die vrijgeest

Bezittelijk voornaamwoord vrijgeest
Onze of ons vrijgeest: onze vrijgeest
Jouw of jou: jouw vrijgeest

Elke of elk vrijgeest?
Elke vrijgeest
Gerelateerd aan vrijgeest