De of het vragenuur? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord vragenuur? Is het de vragenuur of het vragenuur? Het juiste lidwoord dat je voor het woord vragenuur moet gebruiken is:
Het vragenuur
Aanwijzend voornaamwoord vragenuur
Dit of deze vragenuur: dit vragenuur
Dat of die vragenuur: dat vragenuur

Bezittelijk voornaamwoord vragenuur
Onze of ons vragenuur: ons vragenuur
Jouw of jou: jouw vragenuur

Elke of elk vragenuur?
Elk vragenuur
Gerelateerd aan vragenuur