De of het vraagsteller? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord vraagsteller? Is het de vraagsteller of het vraagsteller? Het juiste lidwoord dat je voor het woord vraagsteller moet gebruiken is:
De vraagsteller
Aanwijzend voornaamwoord vraagsteller
Dit of deze vraagsteller: deze vraagsteller
Dat of die vraagsteller: die vraagsteller

Bezittelijk voornaamwoord vraagsteller
Onze of ons vraagsteller: onze vraagsteller
Jouw of jou: jouw vraagsteller

Elke of elk vraagsteller?
Elke vraagsteller
Gerelateerd aan vraagsteller