De of het vorst? Welk lidwoord is juist?
Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord vorst? Is het de vorst of het vorst? Het juiste lidwoord dat je voor het woord vorst moet gebruiken is:
Aanwijzend voornaamwoord vorst
Dit of deze vorst:
deze vorst
Dat of die vorst:
die vorst
Bezittelijk voornaamwoord vorst
Onze of ons vorst:
onze vorst
Jouw of jou:
jouw vorst
Elke of elk vorst?Elke vorst
Gerelateerd aan vorst