De of het voorzienigheid? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord voorzienigheid? Is het de voorzienigheid of het voorzienigheid? Het juiste lidwoord dat je voor het woord voorzienigheid moet gebruiken is:
De voorzienigheid
Aanwijzend voornaamwoord voorzienigheid
Dit of deze voorzienigheid: deze voorzienigheid
Dat of die voorzienigheid: die voorzienigheid

Bezittelijk voornaamwoord voorzienigheid
Onze of ons voorzienigheid: onze voorzienigheid
Jouw of jou: jouw voorzienigheid

Elke of elk voorzienigheid?
Elke voorzienigheid
Gerelateerd aan voorzienigheid