De of het voorligger? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord voorligger? Is het de voorligger of het voorligger? Het juiste lidwoord dat je voor het woord voorligger moet gebruiken is:
De voorligger
Aanwijzend voornaamwoord voorligger
Dit of deze voorligger: deze voorligger
Dat of die voorligger: die voorligger

Bezittelijk voornaamwoord voorligger
Onze of ons voorligger: onze voorligger
Jouw of jou: jouw voorligger

Elke of elk voorligger?
Elke voorligger
Gerelateerd aan voorligger