De of het voorkomen? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord voorkomen? Is het de voorkomen of het voorkomen? Het juiste lidwoord dat je voor het woord voorkomen moet gebruiken is:
Het voorkomen
Aanwijzend voornaamwoord voorkomen
Dit of deze voorkomen: dit voorkomen
Dat of die voorkomen: dat voorkomen

Bezittelijk voornaamwoord voorkomen
Onze of ons voorkomen: ons voorkomen
Jouw of jou: jouw voorkomen

Elke of elk voorkomen?
Elk voorkomen
Gerelateerd aan voorkomen