De of het voordeurdeler? Welk lidwoord is juist?
Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord voordeurdeler? Is het de voordeurdeler of het voordeurdeler? Het juiste lidwoord dat je voor het woord voordeurdeler moet gebruiken is:
Aanwijzend voornaamwoord voordeurdeler
Dit of deze voordeurdeler:
deze voordeurdeler
Dat of die voordeurdeler:
die voordeurdeler
Bezittelijk voornaamwoord voordeurdeler
Onze of ons voordeurdeler:
onze voordeurdeler
Jouw of jou:
jouw voordeurdeler
Elke of elk voordeurdeler?Elke voordeurdeler
Gerelateerd aan voordeurdeler