De of het voordeelurenkaart? Welk lidwoord is juist?
Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord voordeelurenkaart? Is het de voordeelurenkaart of het voordeelurenkaart? Het juiste lidwoord dat je voor het woord voordeelurenkaart moet gebruiken is:
Aanwijzend voornaamwoord voordeelurenkaart
Dit of deze voordeelurenkaart:
deze voordeelurenkaart
Dat of die voordeelurenkaart:
die voordeelurenkaart
Bezittelijk voornaamwoord voordeelurenkaart
Onze of ons voordeelurenkaart:
onze voordeelurenkaart
Jouw of jou:
jouw voordeelurenkaart
Elke of elk voordeelurenkaart?Elke voordeelurenkaart
Gerelateerd aan voordeelurenkaart