De of het voetwassing? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord voetwassing? Is het de voetwassing of het voetwassing? Het juiste lidwoord dat je voor het woord voetwassing moet gebruiken is:
De voetwassing
Aanwijzend voornaamwoord voetwassing
Dit of deze voetwassing: deze voetwassing
Dat of die voetwassing: die voetwassing

Bezittelijk voornaamwoord voetwassing
Onze of ons voetwassing: onze voetwassing
Jouw of jou: jouw voetwassing

Elke of elk voetwassing?
Elke voetwassing
Gerelateerd aan voetwassing