De of het voetballer? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord voetballer? Is het de voetballer of het voetballer? Het juiste lidwoord dat je voor het woord voetballer moet gebruiken is:
De voetballer
Aanwijzend voornaamwoord voetballer
Dit of deze voetballer: deze voetballer
Dat of die voetballer: die voetballer

Bezittelijk voornaamwoord voetballer
Onze of ons voetballer: onze voetballer
Jouw of jou: jouw voetballer

Elke of elk voetballer?
Elke voetballer
Gerelateerd aan voetballer