Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord vlieggewicht? Is het de vlieggewicht of het vlieggewicht? Of zijn ze allebei goed? De correcte lidwoorden die je voor het woord vlieggewicht kunt gebruiken zijn:
De vlieggewichtHet vlieggewicht
Aanwijzend voornaamwoord vlieggewicht
Dit of deze vlieggewicht:
dit vlieggewicht / deze vlieggewicht
Dat of die vlieggewicht:
dat vlieggewicht / die vlieggewicht
Bezittelijk voornaamwoord vlieggewicht
Onze of ons vlieggewicht:
onze vlieggewicht / ons vlieggewicht
Jouw of jou: jouw vlieggewicht
Elke of elk vlieggewicht? Elke vlieggewicht / elk vlieggewicht