De of het vliegangst? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord vliegangst? Is het de vliegangst of het vliegangst? Het juiste lidwoord dat je voor het woord vliegangst moet gebruiken is:
De vliegangst
Aanwijzend voornaamwoord vliegangst
Dit of deze vliegangst: deze vliegangst
Dat of die vliegangst: die vliegangst

Bezittelijk voornaamwoord vliegangst
Onze of ons vliegangst: onze vliegangst
Jouw of jou: jouw vliegangst

Elke of elk vliegangst?
Elke vliegangst
Gerelateerd aan vliegangst