De of het viszaak? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord viszaak? Is het de viszaak of het viszaak? Het juiste lidwoord dat je voor het woord viszaak moet gebruiken is:
De viszaak
Aanwijzend voornaamwoord viszaak
Dit of deze viszaak: deze viszaak
Dat of die viszaak: die viszaak

Bezittelijk voornaamwoord viszaak
Onze of ons viszaak: onze viszaak
Jouw of jou: jouw viszaak

Elke of elk viszaak?
Elke viszaak
Gerelateerd aan viszaak