De of het violoncel? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord violoncel? Is het de violoncel of het violoncel? Het juiste lidwoord dat je voor het woord violoncel moet gebruiken is:
De violoncel
Aanwijzend voornaamwoord violoncel
Dit of deze violoncel: deze violoncel
Dat of die violoncel: die violoncel

Bezittelijk voornaamwoord violoncel
Onze of ons violoncel: onze violoncel
Jouw of jou: jouw violoncel

Elke of elk violoncel?
Elke violoncel
Gerelateerd aan violoncel