De of het vijfeurobiljet? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord vijfeurobiljet? Is het de vijfeurobiljet of het vijfeurobiljet? Het juiste lidwoord dat je voor het woord vijfeurobiljet moet gebruiken is:
Het vijfeurobiljet
Aanwijzend voornaamwoord vijfeurobiljet
Dit of deze vijfeurobiljet: dit vijfeurobiljet
Dat of die vijfeurobiljet: dat vijfeurobiljet

Bezittelijk voornaamwoord vijfeurobiljet
Onze of ons vijfeurobiljet: ons vijfeurobiljet
Jouw of jou: jouw vijfeurobiljet

Elke of elk vijfeurobiljet?
Elk vijfeurobiljet
Gerelateerd aan vijfeurobiljet