De of het vijfenzestigplusser? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord vijfenzestigplusser? Is het de vijfenzestigplusser of het vijfenzestigplusser? Het juiste lidwoord dat je voor het woord vijfenzestigplusser moet gebruiken is:
De vijfenzestigplusser
Aanwijzend voornaamwoord vijfenzestigplusser
Dit of deze vijfenzestigplusser: deze vijfenzestigplusser
Dat of die vijfenzestigplusser: die vijfenzestigplusser

Bezittelijk voornaamwoord vijfenzestigplusser
Onze of ons vijfenzestigplusser: onze vijfenzestigplusser
Jouw of jou: jouw vijfenzestigplusser

Elke of elk vijfenzestigplusser?
Elke vijfenzestigplusser
Gerelateerd aan vijfenzestigplusser