De of het vierhonderddrieënzestig? Welk lidwoord is juist?
Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord vierhonderddrieënzestig? Is het de vierhonderddrieënzestig of het vierhonderddrieënzestig? Het juiste lidwoord dat je voor het woord vierhonderddrieënzestig moet gebruiken is:
De vierhonderddrieënzestig
Aanwijzend voornaamwoord vierhonderddrieënzestig
Dit of deze vierhonderddrieënzestig:
deze vierhonderddrieënzestig
Dat of die vierhonderddrieënzestig:
die vierhonderddrieënzestig
Bezittelijk voornaamwoord vierhonderddrieënzestig
Onze of ons vierhonderddrieënzestig:
onze vierhonderddrieënzestig
Jouw of jou: jouw vierhonderddrieënzestig
Elke of elk vierhonderddrieënzestig? Elke vierhonderddrieënzestig