De of het vierdag? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord vierdag? Is het de vierdag of het vierdag? Het juiste lidwoord dat je voor het woord vierdag moet gebruiken is:
De vierdag
Aanwijzend voornaamwoord vierdag
Dit of deze vierdag: deze vierdag
Dat of die vierdag: die vierdag

Bezittelijk voornaamwoord vierdag
Onze of ons vierdag: onze vierdag
Jouw of jou: jouw vierdag

Elke of elk vierdag?
Elke vierdag
Gerelateerd aan vierdag