De of het verzekeringsbewijs? Welk lidwoord is juist?
Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord verzekeringsbewijs? Is het de verzekeringsbewijs of het verzekeringsbewijs? Het juiste lidwoord dat je voor het woord verzekeringsbewijs moet gebruiken is:
Aanwijzend voornaamwoord verzekeringsbewijs
Dit of deze verzekeringsbewijs:
dit verzekeringsbewijs
Dat of die verzekeringsbewijs:
dat verzekeringsbewijs
Bezittelijk voornaamwoord verzekeringsbewijs
Onze of ons verzekeringsbewijs:
ons verzekeringsbewijs
Jouw of jou:
jouw verzekeringsbewijs
Elke of elk verzekeringsbewijs?Elk verzekeringsbewijs
Gerelateerd aan verzekeringsbewijs