De of het verwoesting? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord verwoesting? Is het de verwoesting of het verwoesting? Het juiste lidwoord dat je voor het woord verwoesting moet gebruiken is:
De verwoesting
Aanwijzend voornaamwoord verwoesting
Dit of deze verwoesting: deze verwoesting
Dat of die verwoesting: die verwoesting

Bezittelijk voornaamwoord verwoesting
Onze of ons verwoesting: onze verwoesting
Jouw of jou: jouw verwoesting

Elke of elk verwoesting?
Elke verwoesting
Gerelateerd aan verwoesting