De of het verwachter? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord verwachter? Is het de verwachter of het verwachter? Het juiste lidwoord dat je voor het woord verwachter moet gebruiken is:
De verwachter
Aanwijzend voornaamwoord verwachter
Dit of deze verwachter: deze verwachter
Dat of die verwachter: die verwachter

Bezittelijk voornaamwoord verwachter
Onze of ons verwachter: onze verwachter
Jouw of jou: jouw verwachter

Elke of elk verwachter?
Elke verwachter
Gerelateerd aan verwachter