De of het vervoersvraagstuk? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord vervoersvraagstuk? Is het de vervoersvraagstuk of het vervoersvraagstuk? Het juiste lidwoord dat je voor het woord vervoersvraagstuk moet gebruiken is:
Het vervoersvraagstuk
Aanwijzend voornaamwoord vervoersvraagstuk
Dit of deze vervoersvraagstuk: dit vervoersvraagstuk
Dat of die vervoersvraagstuk: dat vervoersvraagstuk

Bezittelijk voornaamwoord vervoersvraagstuk
Onze of ons vervoersvraagstuk: ons vervoersvraagstuk
Jouw of jou: jouw vervoersvraagstuk

Elke of elk vervoersvraagstuk?
Elk vervoersvraagstuk
Gerelateerd aan vervoersvraagstuk