De of het verkooppunt? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord verkooppunt? Is het de verkooppunt of het verkooppunt? Het juiste lidwoord dat je voor het woord verkooppunt moet gebruiken is:
Het verkooppunt
Aanwijzend voornaamwoord verkooppunt
Dit of deze verkooppunt: dit verkooppunt
Dat of die verkooppunt: dat verkooppunt

Bezittelijk voornaamwoord verkooppunt
Onze of ons verkooppunt: ons verkooppunt
Jouw of jou: jouw verkooppunt

Elke of elk verkooppunt?
Elk verkooppunt
Gerelateerd aan verkooppunt