De of het verjaardagskalender? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord verjaardagskalender? Is het de verjaardagskalender of het verjaardagskalender? Het juiste lidwoord dat je voor het woord verjaardagskalender moet gebruiken is:
De verjaardagskalender
Aanwijzend voornaamwoord verjaardagskalender
Dit of deze verjaardagskalender: deze verjaardagskalender
Dat of die verjaardagskalender: die verjaardagskalender

Bezittelijk voornaamwoord verjaardagskalender
Onze of ons verjaardagskalender: onze verjaardagskalender
Jouw of jou: jouw verjaardagskalender

Elke of elk verjaardagskalender?
Elke verjaardagskalender
Gerelateerd aan verjaardagskalender