De of het verificatiebeginsel? Welk lidwoord is juist?
Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord verificatiebeginsel? Is het de verificatiebeginsel of het verificatiebeginsel? Het juiste lidwoord dat je voor het woord verificatiebeginsel moet gebruiken is:
Aanwijzend voornaamwoord verificatiebeginsel
Dit of deze verificatiebeginsel:
dit verificatiebeginsel
Dat of die verificatiebeginsel:
dat verificatiebeginsel
Bezittelijk voornaamwoord verificatiebeginsel
Onze of ons verificatiebeginsel:
ons verificatiebeginsel
Jouw of jou:
jouw verificatiebeginsel
Elke of elk verificatiebeginsel?Elk verificatiebeginsel
Gerelateerd aan verificatiebeginsel