De of het verfbaarheid? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord verfbaarheid? Is het de verfbaarheid of het verfbaarheid? Het juiste lidwoord dat je voor het woord verfbaarheid moet gebruiken is:
De verfbaarheid
Aanwijzend voornaamwoord verfbaarheid
Dit of deze verfbaarheid: deze verfbaarheid
Dat of die verfbaarheid: die verfbaarheid

Bezittelijk voornaamwoord verfbaarheid
Onze of ons verfbaarheid: onze verfbaarheid
Jouw of jou: jouw verfbaarheid

Elke of elk verfbaarheid?
Elke verfbaarheid
Gerelateerd aan verfbaarheid