De of het verdachte? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord verdachte? Is het de verdachte of het verdachte? Het juiste lidwoord dat je voor het woord verdachte moet gebruiken is:
De verdachte
Aanwijzend voornaamwoord verdachte
Dit of deze verdachte: deze verdachte
Dat of die verdachte: die verdachte

Bezittelijk voornaamwoord verdachte
Onze of ons verdachte: onze verdachte
Jouw of jou: jouw verdachte

Elke of elk verdachte?
Elke verdachte
Gerelateerd aan verdachte