De of het vastgoedfraudeur? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord vastgoedfraudeur? Is het de vastgoedfraudeur of het vastgoedfraudeur? Het juiste lidwoord dat je voor het woord vastgoedfraudeur moet gebruiken is:
De vastgoedfraudeur
Aanwijzend voornaamwoord vastgoedfraudeur
Dit of deze vastgoedfraudeur: deze vastgoedfraudeur
Dat of die vastgoedfraudeur: die vastgoedfraudeur

Bezittelijk voornaamwoord vastgoedfraudeur
Onze of ons vastgoedfraudeur: onze vastgoedfraudeur
Jouw of jou: jouw vastgoedfraudeur

Elke of elk vastgoedfraudeur?
Elke vastgoedfraudeur
Gerelateerd aan vastgoedfraudeur