De of het vasten? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord vasten? Is het de vasten of het vasten? Het juiste lidwoord dat je voor het woord vasten moet gebruiken is:
De vasten
Aanwijzend voornaamwoord vasten
Dit of deze vasten: deze vasten
Dat of die vasten: die vasten

Bezittelijk voornaamwoord vasten
Onze of ons vasten: onze vasten
Jouw of jou: jouw vasten

Elke of elk vasten?
Elke vasten
Gerelateerd aan vasten