De of het vakantieoord? Welk lidwoord is juist?
Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord vakantieoord? Is het de vakantieoord of het vakantieoord? Het juiste lidwoord dat je voor het woord vakantieoord moet gebruiken is:
Aanwijzend voornaamwoord vakantieoord
Dit of deze vakantieoord:
dit vakantieoord
Dat of die vakantieoord:
dat vakantieoord
Bezittelijk voornaamwoord vakantieoord
Onze of ons vakantieoord:
ons vakantieoord
Jouw of jou:
jouw vakantieoord
Elke of elk vakantieoord?Elk vakantieoord
Gerelateerd aan vakantieoord