De of het vakantiebeurs? Welk lidwoord is juist?
Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord vakantiebeurs? Is het de vakantiebeurs of het vakantiebeurs? Het juiste lidwoord dat je voor het woord vakantiebeurs moet gebruiken is:
Aanwijzend voornaamwoord vakantiebeurs
Dit of deze vakantiebeurs:
deze vakantiebeurs
Dat of die vakantiebeurs:
die vakantiebeurs
Bezittelijk voornaamwoord vakantiebeurs
Onze of ons vakantiebeurs:
onze vakantiebeurs
Jouw of jou:
jouw vakantiebeurs
Elke of elk vakantiebeurs?Elke vakantiebeurs
Gerelateerd aan vakantiebeurs