De of het vaccin? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord vaccin? Is het de vaccin of het vaccin? Het juiste lidwoord dat je voor het woord vaccin moet gebruiken is:
Het vaccin
Aanwijzend voornaamwoord vaccin
Dit of deze vaccin: dit vaccin
Dat of die vaccin: dat vaccin

Bezittelijk voornaamwoord vaccin
Onze of ons vaccin: ons vaccin
Jouw of jou: jouw vaccin

Elke of elk vaccin?
Elk vaccin
Gerelateerd aan vaccin