De of het vaardag? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord vaardag? Is het de vaardag of het vaardag? Het juiste lidwoord dat je voor het woord vaardag moet gebruiken is:
De vaardag
Aanwijzend voornaamwoord vaardag
Dit of deze vaardag: deze vaardag
Dat of die vaardag: die vaardag

Bezittelijk voornaamwoord vaardag
Onze of ons vaardag: onze vaardag
Jouw of jou: jouw vaardag

Elke of elk vaardag?
Elke vaardag
Gerelateerd aan vaardag