De of het urologe? Welk lidwoord is juist?
Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord urologe? Is het de urologe of het urologe? Het juiste lidwoord dat je voor het woord urologe moet gebruiken is:
Aanwijzend voornaamwoord urologe
Dit of deze urologe:
deze urologe
Dat of die urologe:
die urologe
Bezittelijk voornaamwoord urologe
Onze of ons urologe:
onze urologe
Jouw of jou:
jouw urologe
Elke of elk urologe?Elke urologe
Gerelateerd aan urologe