De of het unanimiteit? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord unanimiteit? Is het de unanimiteit of het unanimiteit? Het juiste lidwoord dat je voor het woord unanimiteit moet gebruiken is:
De unanimiteit
Aanwijzend voornaamwoord unanimiteit
Dit of deze unanimiteit: deze unanimiteit
Dat of die unanimiteit: die unanimiteit

Bezittelijk voornaamwoord unanimiteit
Onze of ons unanimiteit: onze unanimiteit
Jouw of jou: jouw unanimiteit

Elke of elk unanimiteit?
Elke unanimiteit
Gerelateerd aan unanimiteit