De of het uitzending? Welk lidwoord is juist?
Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord uitzending? Is het de uitzending of het uitzending? Het juiste lidwoord dat je voor het woord uitzending moet gebruiken is:
Aanwijzend voornaamwoord uitzending
Dit of deze uitzending:
deze uitzending
Dat of die uitzending:
die uitzending
Bezittelijk voornaamwoord uitzending
Onze of ons uitzending:
onze uitzending
Jouw of jou:
jouw uitzending
Elke of elk uitzending?Elke uitzending
Gerelateerd aan uitzending