De of het uitvaartplechtigheid? Welk lidwoord is juist?
Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord uitvaartplechtigheid? Is het de uitvaartplechtigheid of het uitvaartplechtigheid? Het juiste lidwoord dat je voor het woord uitvaartplechtigheid moet gebruiken is:
Aanwijzend voornaamwoord uitvaartplechtigheid
Dit of deze uitvaartplechtigheid:
deze uitvaartplechtigheid
Dat of die uitvaartplechtigheid:
die uitvaartplechtigheid
Bezittelijk voornaamwoord uitvaartplechtigheid
Onze of ons uitvaartplechtigheid:
onze uitvaartplechtigheid
Jouw of jou:
jouw uitvaartplechtigheid
Elke of elk uitvaartplechtigheid?Elke uitvaartplechtigheid
Gerelateerd aan uitvaartplechtigheid