De of het uitstel? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord uitstel? Is het de uitstel of het uitstel? Het juiste lidwoord dat je voor het woord uitstel moet gebruiken is:
Het uitstel
Aanwijzend voornaamwoord uitstel
Dit of deze uitstel: dit uitstel
Dat of die uitstel: dat uitstel

Bezittelijk voornaamwoord uitstel
Onze of ons uitstel: ons uitstel
Jouw of jou: jouw uitstel

Elke of elk uitstel?
Elk uitstel
Gerelateerd aan uitstel