De of het uitslag? Welk lidwoord is juist?
Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord uitslag? Is het de uitslag of het uitslag? Het juiste lidwoord dat je voor het woord uitslag moet gebruiken is:
Aanwijzend voornaamwoord uitslag
Dit of deze uitslag:
deze uitslag
Dat of die uitslag:
die uitslag
Bezittelijk voornaamwoord uitslag
Onze of ons uitslag:
onze uitslag
Jouw of jou:
jouw uitslag
Elke of elk uitslag?Elke uitslag
Gerelateerd aan uitslag