De of het uitreisvisum? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord uitreisvisum? Is het de uitreisvisum of het uitreisvisum? Het juiste lidwoord dat je voor het woord uitreisvisum moet gebruiken is:
Het uitreisvisum
Aanwijzend voornaamwoord uitreisvisum
Dit of deze uitreisvisum: dit uitreisvisum
Dat of die uitreisvisum: dat uitreisvisum

Bezittelijk voornaamwoord uitreisvisum
Onze of ons uitreisvisum: ons uitreisvisum
Jouw of jou: jouw uitreisvisum

Elke of elk uitreisvisum?
Elk uitreisvisum
Gerelateerd aan uitreisvisum