De of het uitgaansgelegenheid? Welk lidwoord is juist?
Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord uitgaansgelegenheid? Is het de uitgaansgelegenheid of het uitgaansgelegenheid? Het juiste lidwoord dat je voor het woord uitgaansgelegenheid moet gebruiken is:
Aanwijzend voornaamwoord uitgaansgelegenheid
Dit of deze uitgaansgelegenheid:
deze uitgaansgelegenheid
Dat of die uitgaansgelegenheid:
die uitgaansgelegenheid
Bezittelijk voornaamwoord uitgaansgelegenheid
Onze of ons uitgaansgelegenheid:
onze uitgaansgelegenheid
Jouw of jou:
jouw uitgaansgelegenheid
Elke of elk uitgaansgelegenheid?Elke uitgaansgelegenheid
Gerelateerd aan uitgaansgelegenheid