De of het tweeënzestigjarige? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord tweeënzestigjarige? Is het de tweeënzestigjarige of het tweeënzestigjarige? Het juiste lidwoord dat je voor het woord tweeënzestigjarige moet gebruiken is:
De tweeënzestigjarige
Aanwijzend voornaamwoord tweeënzestigjarige
Dit of deze tweeënzestigjarige: deze tweeënzestigjarige
Dat of die tweeënzestigjarige: die tweeënzestigjarige

Bezittelijk voornaamwoord tweeënzestigjarige
Onze of ons tweeënzestigjarige: onze tweeënzestigjarige
Jouw of jou: jouw tweeënzestigjarige

Elke of elk tweeënzestigjarige?
Elke tweeënzestigjarige
Gerelateerd aan tweeënzestigjarige