De of het tweedekansonderwijs? Welk lidwoord is juist?
Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord tweedekansonderwijs? Is het de tweedekansonderwijs of het tweedekansonderwijs? Het juiste lidwoord dat je voor het woord tweedekansonderwijs moet gebruiken is:
Aanwijzend voornaamwoord tweedekansonderwijs
Dit of deze tweedekansonderwijs:
dit tweedekansonderwijs
Dat of die tweedekansonderwijs:
dat tweedekansonderwijs
Bezittelijk voornaamwoord tweedekansonderwijs
Onze of ons tweedekansonderwijs:
ons tweedekansonderwijs
Jouw of jou:
jouw tweedekansonderwijs
Elke of elk tweedekansonderwijs?Elk tweedekansonderwijs
Gerelateerd aan tweedekansonderwijs