De of het twee-onder-een-kapwoning? Welk lidwoord is juist?
Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord twee-onder-een-kapwoning? Is het de twee-onder-een-kapwoning of het twee-onder-een-kapwoning? Het juiste lidwoord dat je voor het woord twee-onder-een-kapwoning moet gebruiken is:
De twee-onder-een-kapwoning
Aanwijzend voornaamwoord twee-onder-een-kapwoning
Dit of deze twee-onder-een-kapwoning:
deze twee-onder-een-kapwoning
Dat of die twee-onder-een-kapwoning:
die twee-onder-een-kapwoning
Bezittelijk voornaamwoord twee-onder-een-kapwoning
Onze of ons twee-onder-een-kapwoning:
onze twee-onder-een-kapwoning
Jouw of jou: jouw twee-onder-een-kapwoning
Elke of elk twee-onder-een-kapwoning? Elke twee-onder-een-kapwoning