De of het tuinslaper? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord tuinslaper? Is het de tuinslaper of het tuinslaper? Het juiste lidwoord dat je voor het woord tuinslaper moet gebruiken is:
De tuinslaper
Aanwijzend voornaamwoord tuinslaper
Dit of deze tuinslaper: deze tuinslaper
Dat of die tuinslaper: die tuinslaper

Bezittelijk voornaamwoord tuinslaper
Onze of ons tuinslaper: onze tuinslaper
Jouw of jou: jouw tuinslaper

Elke of elk tuinslaper?
Elke tuinslaper
Gerelateerd aan tuinslaper