De of het tuindeur? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord tuindeur? Is het de tuindeur of het tuindeur? Het juiste lidwoord dat je voor het woord tuindeur moet gebruiken is:
De tuindeur
Aanwijzend voornaamwoord tuindeur
Dit of deze tuindeur: deze tuindeur
Dat of die tuindeur: die tuindeur

Bezittelijk voornaamwoord tuindeur
Onze of ons tuindeur: onze tuindeur
Jouw of jou: jouw tuindeur

Elke of elk tuindeur?
Elke tuindeur
Gerelateerd aan tuindeur