De of het trots? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord trots? Is het de trots of het trots? Het juiste lidwoord dat je voor het woord trots moet gebruiken is:
De trots
Aanwijzend voornaamwoord trots
Dit of deze trots: deze trots
Dat of die trots: die trots

Bezittelijk voornaamwoord trots
Onze of ons trots: onze trots
Jouw of jou: jouw trots

Elke of elk trots?
Elke trots
Gerelateerd aan trots