De of het trigger? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord trigger? Is het de trigger of het trigger? Het juiste lidwoord dat je voor het woord trigger moet gebruiken is:
De trigger
Aanwijzend voornaamwoord trigger
Dit of deze trigger: deze trigger
Dat of die trigger: die trigger

Bezittelijk voornaamwoord trigger
Onze of ons trigger: onze trigger
Jouw of jou: jouw trigger

Elke of elk trigger?
Elke trigger
Gerelateerd aan trigger